Wat vond Mohammed eigenlijk van homo’s?

Ex-parlementariër Tofik Dibi is uit de kast gekomen. Jarenlang, zo blijkt uit zijn boek Djinn, worstelde hij met de bange vraag: kan dat samengaan, homo en moslim? Hij dacht van niet, uiteraard, want zijn hele (islamitische) omgeving moest er niets van hebben. Maar wie op zoek gaat naar de oudste teksten waarop een veroordeling van homoseksualiteit gebaseerd zou kunnen worden, komt tot een verrassende ontdekking.

Want wat vond Mohammed van homoseksualiteit? Nou, niks eigenlijk. De Koran bevat geen veroordeling van homoseksueel gedrag. Vaak wordt gezegd/gedacht dat de hadith (de traditie, de verhalen over Mohammed) wél een dergelijke veroordeling zou bevatten, maar de twee belangrijkste en meest gerespecteerde hadithverzamelingen, de sahieh van Boechari en van Moeslim, bevatten geen enkel verhaal over Mohammed en zijn mening over homo’s. Andere verzamelingen, de soenan. ook gerespecteerd maar minder vaak gebruikt, bevatten wel een aantal verhalen (veroordelingen) van homoseksualiteit. Een fundamentalist zal niet snel naar de soenan verwijzen; die houdt het toch bij de Koran en de twee sahieh, en kan dus eigenlijk niets tegen homoseksualiteit hebben. Hetzelfde geldt voor de moslim-homo die de vooroordelen in zijn omgeving terzijde wil schuiven, en (als een echte fundamentalist) op zoek gaat naar wat de oudste en betrouwbaarste islamitische bronnen vermelden. Niks bijzonders dus. God vindt het geen probleem. Een wereld van verschil met de Bijbel.


Dat wil niet zeggen dat de sharia de homo’s met rust laat. In de sharia is homoseksueel geslachtsverkeer ondergebracht in de categorie ‘onwettig geslachtsverkeer’ ofwel zinaa. Zoiets kan bijvoorbeeld gebeuren nadat een huwelijk ontbonden is, of nog niet gesloten (terwijl de man dat nog niet weet). Of, in het geval van een slavin, wanneer de koop eigenlijk nog niet rond is, of nadat de eigenaar haar heeft vrijgelaten (maar ze nog niet is vertrokken). En vele moslimgeleerden scharen homoseksueel geslachtsverkeer daar, merkwaardig genoeg, óók onder, Soms is een simpele betaling dan de gepaste straf, maar die strak kan in bijzondere gevallen oplopen tot hadd, de goddelijke straf, en dat betekent in dit geval (geen steniging of hand eraf maar:) honderd zweepslagen. Of de overtreder krijgt, in geval van verzachtende omstandigheden (en daarover kunnen de verschillende rechtsscholen van mening verschillen), de taazir ('tuchtiging’), bestaande uit enkele tientallen zweepslagen. Maar er zijn niet veel landen en streken waar een betrapte homo een dergelijke mishandeling te wachten staat.


En de Sodomieten dan? Een van de bekendste Bijbelverhalen over homoseksualiteit betreft het verhaal van de ondergang van Sodom. Op een dag kwamen daar een aantal engelen aan om Lot en zijn gezin te redden van de ondergang, waarop een grote menigte zich rond Lots huis verzamelde. Ze wilden geslachtsgemeenschap hebben met deze engelen. Dat verlangen duidt niet op homoseksualiteit (engelen zijn geslachtsloos); het lijkt er eerder op dat de inwoners van Sodom graag halfgoddelijke kinderen wilden hebben. Maar Lot zag dat niet zitten, en bood zijn dochters aan. Tevergeefs; daar waren ze niet in geïnteresseerd. En vanwege deze afwijzing worden de opdringerige inwoners van Sodom algemeen beschouwd als (allemaal) homo’s. De Koran bevat vele verwijzingen en korte hervertellingen van Bijbelverhalen, ook van dit verhaal. Naast vele korte verwijzingen naar 'de omgewentelde steden’ (waarmee dan hoogstwaarschijnlijk Sodom en Gomorra worden bedoeld), is er één uitgebreidere passage:

'De bewoners van de stad kwamen verheugd aangelopen. Hij (Lot) zei: Dit zijn mijn gasten, maak mij dus niet te schande en vreest God en vernedert mij niet. Zij zeiden: Hebben wij u soms niet verboden u in te laten met de wereldwezens (de mensen)? Hij zei: Hier zijn mijn dochters indien gij uw bedrijf wilt doen. Bij uw leven zij, in hun bedwelming, doolden. Toen overviel hen de kreet bij het opgaan der zon. Toen keerden Wij haar (de stad) ondersteboven en deden Wij op hen stenen regenen van kleiblokken.’

(15:67-74)

Wat was nu hun zonde, volgens de Koran? Dat is hier niet helemaal duidelijk. Er is nog een andere verwijzing, met een interessant detail. God geeft in soera 69 een lijst van zondaars, waaronder de farao van Egypte, en dan:


'En ook Farao en wie voor hem waren en de Omgewentelde Steden begingen zondige misstappen. Zo werden zij opstandig tegen de boodschapper van hun Heer, waarop Hij hen aangreep met geweldige greep.’

(69:9-10)

Dat maakt het duidelijk. Het ging niet om hun verlangen naar engelen, noch het afwijzen van de dochters van Lot. Daar had God blijkbaar geen problemen mee. Maar dat ze tegen zijn profeet Lot zeiden dat hij zich niet met hen moest inlaten, met andere woorden: 'bemoei je met je eigen zaken!’, dát was voor God reden om de stad en haar inwoners te bedelven onder stenen. Dat was de zonde die hen fataal werd.

Tofik Dibi hoeft zich geen zorgen te maken. God heeft niks tegen homo’s. Hij is tussen het jaar 0 en het jaar 600 wat dat betreft een stuk toleranter geworden. Nu de moslims nog.

Marcel HulspasComment