Waarom de moslims Jeruzalem veroverden

Waarom besloten de opvolgers van Mohammed om hun legers richting Jeruzalem te zenden? Volgens de islamitische traditie wilde Mohammed alleen maar de stad Mekka veroveren, en daar de eredienst rond de Kaäba zuiveren. (Alleen Allah mocht daar worden vereerd, niks anders.) Die zuivering heeft hij ook uitgevoerd. Daarmee had Mohammed de opdracht die hij zichzelf had gesteld, voltooid. De Arabieren die daar kwamen, konden zich nu tot het ware geloof bekeren. Het wachten was nog slechts op het Einde der Tijden, waar hij zo vaak over had gesproken en dat volgens hem zeer nabij was. maar alles liep héél anders dan de Profeet had gezegd…

De geschiedenis haalde Mohammed in. Om de stad in te nemen, had hij in de jaren daarvoor een machtige coalitie opgebouwd van stammen, en deze coalitie (uitgebreid met Mekka) riep uiteraard veel tegenstand op in de regio. Van spontaan bekeren was nauwelijks of geen sprake. In de daaropvolgende Riddah-oorlogen wisten de opvolgers van Mohammed deze tegenstanders te verslaan. En daarna trokken de islamitische legerscharen noordwaarts, naar Palestina en Syrië, tegen het Byzantijnse Rijk. Wat hoopten ze te bereiken? Er zijn verschillende mogelijke verklaringen.


Een dergelijke aanval lag niet voor de hand. Volgens de traditie hadden de moslims eerder pogingen gedaan om het noorden te bereiken. Maar zonder succes. Een legermacht zou ooit doorgedrongen zijn tot aan Moe'ta, in Jordanië, en daar keihard verslagen zijn. Daarna zou Mohammed zélf een aanval op de Byzantijnen hebben georganiseerd, maar hij kwam niet verder dan Taboek, waar hij een onderhoud zou hebben gehad met de (Byzantijnse) gouverneur van de havenstad Ayla. Ten derde zou Mohammed, vlak voor zijn dood, aan de zoon van een van de gesneuvelden bij Moe'ta, Oesama ibn Zaid, de opdracht hebben gegeven om opnieuw naar het noorden af te reizen om als het ware de opdracht van zijn omgekomen vader alsnog uit te voeren. Of Oesama ook werkelijk vertrokken is, is niet zeker. Maar er zijn verhalen dat hij daar schitterende overwinningen behaalde, en in triomf terugkeerde. Maar hoe dan ook, waaróm deze operaties werden georganiseerd, wat het uiteindelijke doel was, blijft onduidelijk.

Mohammed had daar in principe niks te zoeken. Hij was gezonden aan de Arabieren; hij had als taak de Arabieren te waarschuwen en te verenigen in één oemma, gemeenschap, waarbij de Joden en christenen weliswaar werden uitgenodigd om zich aan te sluiten maar dan moesten ze uiteraard wel Mohammed erkennen als Gods profeet. (De Koran bevat vele verzen die met respect spreken over de ‘lieden van het Boek’, en met name Fred Donner beweert in zijn Muhammad and the Believers  dat de eerste islamitische gemeenschap van 'gelovers’ daarom een oecumenisch karakter moeten hebben gehad. Er zullen zeker 'overlopers’ zijn geweest maar Donner leest waarschijnlijk te veel in de oecumenische propaganda typerend voor een sekte met megalomane trekjes.) Op een gegeven moment werd het Mohammed waarschijnlijk duidelijk dat dit ideaal van een oemmah die alle weldenkende monotheïsten zou bevatten, een illusie was. De Koran laat zien dat hij wat betreft de christenen zijn hoop nooit echt liet varen, maar de Joden werden op een gegeven moment, vanwege hun vermeende onbetrouwbare karakter, simpelweg vervloekt. Dat kan de aanleiding zijn geweest voor de veroveringen noordwaarts. De Koran stelt namelijk dat de afwijzing van de openbaring door de Joden, en hun verzet tegen Mohammed, betekende dat de moslims nu recht hadden op al het Joodse bezit én op alle Joodse grond. Het gaat om een passage in soera 33, waarin sprake is van een gewonnen veldslag en het doden/verjagen van die 'lieden van het Boek’ die de vijand hebben geholpen (waarbij duidelijk is dat het hier om Joden gaat):


'En God heeft hen die ongelovig zijn teruggestoten in hun woede, zodat zij niets goeds verkregen hebben. En God was in de strijd de gelovigen voldoende. God is sterk en geweldig. Hij heeft diegenen van de lieden van de Schrift die hen ondersteunden neergehaald uit hun vestingen en ontzetting geworpen in hun harten doordat gij een deel hunner doodde en een deel hunner tot gevangenen maakte. En Hij heeft u doen beërven hun land en hun woonplaatsen en hun bezittingen en een land dat gij nog niet betreden had.’

(33:25-27)


Die laatste opmerking zou erop kunnen duiden dat Mohammed zijn volgelingen toegezegd heeft dat ze alles wat Joods was, en ook Palestina (het Joodse land 'dat gij nog niet betreden had’?) zouden bezitten. Deze openbaring kan dus de aanleiding zijn geweest om uiteindelijk noordwaarts te trekken.

Daarnaast kan de vergelijking van Mohammed met Mozes daarvoor gezorgd hebben. Mohammed zag zichzelf duidelijk als een Mozes van de Arabieren. Geen enkele profeet wordt zó vaak genoemd in de Koran. Het is dus mogelijk dat de moslims na Mohammeds dood bijzondere waarde hechtten aan uitspraken in de Koran over Mozes, en deze interpreteerden als uitspraken over Mohammed. Zo sprak Mozes tot zijn volk, toen ze het Heilig Land naderden:


En toen Mozes sprak tot zijn volk: O mijn volk, gedenk de weldaad van God over u, omdat Hij onder u profeten gesteld heeft en u tot koningen gemaakt heeft en u gegeven wat Hij aan geen enkel der wereldwezens gegeven heeft. O mijn volk, gaat het heilige land binnen dat God voor u beschreven heeft en laat u niet terugdrijven naar achteren zodat gij wordt tot verliezers. Zij zeiden: O Mozes, er zijn daar gewelddadige lieden en wij zullen het niet binnengaan voordat zij eruit zijn getrokken indien zij dus eruit trekken dan zullen wij binnengaan.’

(5:20-22)


Ook deze verzen kunnen op een gegeven moment een bron van inspiratie zijn geweest. (En het feit dat Mohammed gestorven was voordat het Heilig Land werd veroverd, kwam dan mooi overeen met het lot van Mozes.) De hierboven geschetste terughoudendheid heeft in de islamitische strategie wellicht ook een rol gespeeld. Ze arriveerden betrekkelijk laat, toen de grootmachten inderdaad zo'n beetje waren vertrokken. Tegen de tijd dat de moslims in Palestina/Syrië opdoken, werd dat gebied namelijk al jarenlang geteisterd door Arabische benden maar de moslims kwamen pas ver na het einde van de Byzantijns-Perzische oorlog, toen duidelijk was dat de Perzen echt machteloos waren, en dat het Byzantijnse gezag erg zwak was.

Ook in niet-islamitische bron zijn er aanwijzingen dat de moslims meenden dat ze met die verovering een opdracht van Mohammed uitvoerden. In de zogenoemde 'Kroniek van Sebeos’, die dateert van omstreeks 665 en daarmee de oudste samenhangende beschrijving van de verovering geeft, kunnen we lezen hoe Mohammed zij volk allerlei wetten gaf en:


'En hij zei: 'Met een eed heeft God dit land voor eeuwig beloofd aan Abraham en zijn nakomelingen. En hij voerde dit uit zoals Hij ha gezegd in de tijd dat hij van Isaël hield. Werkelijk, julle zijn nu de zonen van Abraham, en God voert nu voor jullie de belofte uit aan Abraham en zijn nakomelingen. Heb de God van Abraham lief, zonder aarzelen, en ga en verover jouw land, dat God aan julle vader Abraham gegeven heeft, en niemand zich zich staande kunnen houden tegenover jullie in de strijd, want God is met jullie.’


Het is een heel schematische beschrijving die 'Sebeos’ geeft, maar de auteur zat dicht op het vuur. Het is dus heel goed mogelijk dat de moslims in die tijd inderdaad zeiden dat hen het land van Abraham was beloofd. En wel door Mohammed.


Er kan nog een andere reden zijn geweest waarom de moslimlegers de speren massaal noordwaarts richtten. Een veel dramatischer reden. Het is wel duidelijk dat Mohammed ervan overtuigd was dat het Einde der Tijden zeer nabij was; dat dit Einde nog tijdens zijn leven zou aanbreken, dan wel direct na zijn dood. (Volgens de Koran zou iedereen op dat moment dood neervallen, om direct weer tot leven te worden gewekt, dus de dood van Mohammed zou dan ideaal zijn om het Einde in te luiden.) Maar dat liep anders. Mohammed stierf, en er gebeurde niets. Dat men meer had verwacht, en dat er daardoor grote verwarring ontstond, blijkt uit de verhalen die Ibn Ishaak ons heeft overgeleverd, en waarin met name Mohammeds schoonvader Oemar naar voren wordt geschoven als iemand die heilig geloofde dat Mohammed niet begraven mocht worden, omdat hij heel snel uit de doden zou opstaan. (Zie mijn eerdere blog over deze traditie.) Oemar staat hier ongetwijfeld voor een bijna vergeten opvatting over de dood van Mohammed.

Maar wanneer het Einde niet direct zou aanbreken – wanneer dan? Wat was er dan nog meer nodig dan de verovering en zuivering van Mekka? Een eerste mogelijk antwoord op deze vraag was dat de Arabieren onderworpen moesten worden en tot gelovigen moesten worden gemaakt. Dat was immers nog niet gebeurd. Deze 'opdracht’ kan de impuls zijn geweest voor de onderwerping van Arabië. Maar wellicht was er nóg meer nodig, althans, dat konden ze opmaken uit de Joodse en christelijke Eindtijdtraditie. In die Eindtijdtradities speelde de stad Jeruzalem een centrale rol. Dáár zou de joodse messias heersen; en dáár zou, als het zo ver was, Christus op aarde neerdalen. Geen Einde zonder Jeruzalem. Wellicht meenden veel moslims dat de verovering van Jeruzalem dus óók noodzakelijk voor het voltooien van de geschiedenis, en het 'uitlokken’ van het Einde (waarna de strijders het Paradijs op aarde zouden mogen betreden). Het is niet onwaarschijnlijk dat (een deel van de) de moslims en hun medestrijders ten tijde van de verovering van Palestina inderdaad vervuld waren van deze verwachting.

Maar helaas, ook na de val van Jeruzalem bleef het Einde uit.

Marcel HulspasComment