Oude grenzen, nieuwe extremisten, en de toekomst van Israël

Wie wil weten waarom het Midden-Oosten in brand staat, hoeft niet ver te zoeken. Dat geweld is voor een belangrijk deel te danken aan het steeds weer opduikende verlangen om de diepe maatschappelijke problemen op te lossen door terug te keren naar de ‘echte islam’, naar de vermeende gloriedagen van de Profeet en zijn gezellen. En dat terugkeren moet dan liefst zo letterlijk mogelijk. Maar dat verlangen om de islam te 'herstellen’ komt op zijn beurt weer ergens uit voort….


Ten eerste uit frustratie over het feit dat de islamitische wereld de afgelopen eeuw zo weinig vrede en vooruitgang heeft gekend. De islamitische wereld zou één (naar binnen toe) vreedzame oemma moeten zijn. In plaats daarvan vliegen staten en stammen voortdurend in de haren, net als in de vele treurige eeuwen ná die glorieuze jaren van de Profeet. Vandaar die nostalgie naar dat verleden (dat overigens nooit heeft bestaan). De ware oorzaak voor de chronische agressie en economische (en wetenschappelijke, politieke) achterstand in de regio is uiteraard géén gebrek aan geloof, maar wordt  veroorzaakt door de instabiliteit van de regimes. Te veel islamitische staten zitten opgesloten in een deprimerende vicieuze cirkel: economische groei is alleen mogelijk bij politieke stabiliteit en een zekere mate van economische vrijheid; maar politieke stabiliteit is alleen mogelijk met behulp van repressie. Pogingen tot liberalisering leiden al te gemakkelijk tot anarchie en staatsgrepen. Die cirkel is weer het gevolg van een koloniale erfenis, namelijk de beroerde grenzen die de westerse mogendheden een eeuw geleden trokken.

Toen de westerse mogendheden zich omstreeks 1900 over het Midden-Oosten (zeg maar, het restant van het Ottomaanse rijk) ontfermden, en omstreeks 1918 de kans kregen om het gebied daadwerkelijk te verdelen, wisten ze vrijwel niets van de bevolking en de politieke en religieuze machtsverhoudingen. Men wilde simpelweg een deel van die enorme buit, en het enige dat voor de Britten écht telde was dat er een forse buffer zou worden geschapen tussen de Bolsjwieken in het noorden en hun 'eigen’ Suezkanaal enerzijds, en Brits India anderzijds. De verschillende staten en hun grenzen kwamen rechtstreeks uit de klassieke geschiedenis. Ze herschiepen het oude Mesopotamië onder de naam Irak; de Fransen mochten zich de baas wanen in een eigen vazalstaat 'Syrië-Libanon’ en de Zionisten vroegen en kregen 'hun’ Joodse staat. Verder was het koehandel: de Koerden werden vergeten, en minister Churchill besloot het Joodse tehuis op te splitsen en het deel ten oosten van de Jordaan aan een nuttige Arabische prins te geven. De zionisten gingen tandenknarsend akkoord, wetend dat ze meer hadden gekregen dan ze ooit hadden durven hopen.

Niet alleen daar, ook in Noord-Afrika werden, met kenmerkend westerse arrogantie, eeuwenlange contacten en tegenstellingen, tussen vruchtbare dalen en woestijnen, tussen verschillende religies en levenswijzen, volledig genegeerd. Vanuit de gedachte dat superieure westers inzicht en militaire dwang de oude vijanden onder de duim zou houden en zo de nieuwe nepstaten bij elkaar zouden houden. Irak bijvoorbeeld bestond en bestaat uit drie totaal verschillende regio’s: het sjiitische zuiden, het soennitische noorden en een stuk Koerdistan. Mali is een idiote combinatie van boeren aan de Niger en de door hen gevreesde bedoeïenen in de noordelijke woestijn. Libië is een door de Italianen bijeengedreven stel stammen. Libanon (Christelijk en islamitisch) en Syrië (dat grotendeels bij Noord-Irak hoort) zijn al even dodelijke samenraapsels van tegengestelde krachten. Steeds dachten de overheersers dat ze vanuit de comfortabele vruchtbare gebieden de rest van hun bezit, de dorre binnenlanden, wel onder controle konden houden. Dat is ze nooit echt gelukt. En de nieuwe heersers moeten minimaal even hardvochtig zijn om de kunstmatige boel bij elkaar te houden. Als dat soort heerser ontbreekt, steken de oude tegenstellingen de kop op en ontstaat er een machtsvacuüm waarin extremisten het initiatief weten te grijpen met een eenvoudige boodschap:  méér islam is hun antwoord op alle vragen.


Iran is in dit verhaal de grote uitzondering; een land dat zichzelf al in een vroeg stadium wist vrij te vechten; met stabiele grenzen; met enkele kleine minderheden aan boord maar zeker niet in de verscheurende mate waar andere staten mee worstelen. En momenteel met een stabiel regime. Geen wonder dat het bedrijfsleven staat te popelen om daar te investeren. En dat maakt het recente akkoord tussen de VS en Iran zo interessant, Hier ligt voor de Verenigde Staten een nieuwe kans om de fouten die in Irak zijn begaan, te corrigeren.

Ooit wilden de neoconservatieven Irak ooit met geweld, van buitenaf, democratie opdringen. Een democratisch systeem, zo luidde de redenering, zou eenheid en welvaart brengen. De idiotie van deze gedachtegang is inmiddels wel duidelijk. Democratie kan van een bijeengeraapt zootje geen levensvatbare staat maken. Het is de kortste weg naar anarchie. Het huidige akkoord met Iran is gebaseerd op een omgekeerd scenario. Die nationale eenheid is er al, en het akkoord met de VS zal de Iraanse economie stimuleren en de gematigde krachten binnen Iran versterken. (Obama had weinig keus: als het akkoord er niet was gekomen, waren die krachten ten onder gegaan.) De VS gokt erop dat die twee ontwikkelingen Iran vervolgens de democratische weg zal doen inslaan. Het is de neoconservatieve droom op zijn kop gezet.

Of zal het akkoord een sjiitisch monster creëren? Dat is wat de Israëlische premier Netanyahu roept. Hij waarschuwt voor de Iraanse atoombom. Maar atoomwapens zal Iran dus niet ontwikkelen, en die spelen in de regio überhaupt geen enkele rol. Dat soort inspanningen (van Israël en Iran) zijn puur prestigeprojecten. Maar zijn woede is begrijpelijk. Netanyahu verliest zijn geliefde vijand. Hij heeft verkiezingen gewonnen door te beweren dat Iran Israëls grootste bedreiging vormde. Dat kan nu dus niet meer. En een solistisch optreden tegen Iran is helemaal onmogelijk; dat zal Washington nooit toestaan. Netanyahu’s wereldbeeld is verouderd.  Ooit stookte Iran graag Hamas en Hezbollah op tegen de 'klein satan’ Israël. Maar inmiddels is het machtsspel volledig verschoven. Israël en de Palestijnen zijn een onbeduidende sideshow geworden. De échte oorlog is die tussen sjiieten en soennieten, dat wil zeggen tussen Iran en Saoedi-Arabië. En die wordt momenteel stiekem uitgevochten in Irak en openlijk in Jemen. En als het misgaat, wordt ze straks ook uitgevochten in (sjiitisch) Oost-Saoedi-Arabië. Te midden van de olievelden. Dat is waar Iran mee bezig is. Israël is geen spil meer i het Midden-Oosten, maar een van de pionnen. Dat is voor Netanyahu moeilijk te accepteren – en voor Israël natuurlijk levensgevaarlijk. Pionnen zijn er om op te offeren.

Het grote gevaar voor Israël is niet de Iraanse bom, maar de toekomst van IS. Zowel Iran als Saoedi-Arabië willen IS in Irak vernietigen, maar geen van beide zal toestaan dat de ander dat land gaat daarna domineren. Hierover zullen dus (geheime) afspraken worden gemaakt – met behulp van de Verenigde Staten. Daarna zal Iran zal de kans (en taak) krijgen om IS uit Irak te verjagen. Irak zal daarna waarschijnlijk opgedeeld worden in de drie staten waaruit ze in feite al bestaat. IS zal naar Syrië vertrekken, waar het Assad ten val kan brengen en zich kan concentreren op Israël. En dan breken er interessante tijden aan. De goeie ouwe PLO, dat waren vrije jongens. Hamas? Dat zijn nog slechts machteloze schreeuwers. Dat kan veel beter, weet IS-leider Aboe Bakr al-Baghdadi. En dan wordt het spannend. Wat wordt zijn invloed op de Palestijnen? Dan zou wel eens aan het licht kunnen komen dat ook Israël, met zijn autochtone Arabieren en zijn bezette gebieden, nog steeds niet veel meer is dan een kunstmatige koloniale constructie.

Marcel HulspasComment