Mohammed en zijn lastige vrouwen

Trouwen was in de tijd van Mohammed een gecompliceerde zaak. Er bestond geen Burgerlijke Stand, en er waren geen wetten die het huwelijk regelden. Er waren uitsluitend traditionele gebruiken. Een daarvan was dat een machtig man er een harem op mocht nahouden. Mohammed deed dat ook, maar heeft heel wat te stellen gehad met zijn vrouwen. Dat kwam vooral doordat er héél veel op het spel stond. Want wie van hen zou de opvolger van de profeet en stamleider mogen baren? Wie van die vrouwen zou haar eigen familie tot de macht kunnen verheffen?


Wanneer we de traditie mogen geloven, was Mohammed al getrouwd op het moment dat hij de eerste openbaringen ontving, en wel met Chadiedja. De traditie vertelt heel veel over de vermeende kwaliteiten van deze vrouw (rijk, zorgzaam, en de eerste gelovige), maar dat zijn niet meer dan verhalen. Opmerkelijk is wél dat Mohammed in die tijd blijkbaar geen enkele andere vrouw had. Mohammed moet dus óf arm zijn geweest, óf de relatie met Chadiedja was heel bijzonder, óf hij beperkte zich uit religieuze overtuiging tot één vrouw, net zoals bijvoorbeeld christenen dat deden. Als Mohammed, zoals de traditie beweert, een succesvol karavaanhandelaar was die regelmatig naar verre streken reisde, had hij in ieder geval in die streken (en in steden onderweg) vrouwen gehad. Want dergelijke ‘lokale’ huwelijksovereenkomsten waren in die tijd (en later) heel gewoon. Er was geen limiet aan het aantal vrouwen dat een man kon hebben, en de grenzen tussen een vrouw 'hebben’, haar 'bezitten’ (als slavin, en daarmee sekspartner) of een vrouw 'gebruiken’ (als prostituee) waren in die tijd zeer vaag. In het eerste geval was er sprake van een overeenkomst met haar stam of clan, in het tweede geval was er sprake van een aankoop, in het derde van een eenmalige transactie. De gehuwde vrouw kon, dankzij de officiele huwelijksovereenkomst, op enig respect en continuïteit kon rekenen. Een slavin kon dat ook, maar dan op een heel andere basis – én ze mocht er van uitgaan dat zij, wanneer ze haar eigenaar een kind schonk, daarna als net-niet-volwaardige vrouw zou worden geaccepteerd. De prostituee had slechts een overeenkomst voor de ene geslachtsdaad. Al deze vrouwen werden voor hun seksuele diensten betaald – het was de gewoonte dat de man na daad een beloning, een 'morgengift’ achterliet. Voor de gehuwde vrouw was dat dan een beloning, voor de slavin was dat een mogelijkheid om te sparen zodat ze zichzelf vrij zou kunnen kopen kopen (haar eigenaar kon haar andere van dergelijke transacties toestaan), en voor de prosituee was de gift gewoon haar loon. De behandeling van al deze vrouwen was dus in wezen dezelfde, alleen hun sociale achtergrond bepaalde in hoeverre de man zich aan hen gebonden voelde.

Een paar maanden na de dood van Chadiedja (Mohammed woonde toen nog in Mekka) nam hij een nieuwe vrouw, Saoeda, die volgens de traditie al behoorlijk oud was. In diezelfde tijd zou hij ook een 'huwelijkscontract’ hebben gesloten met de zes-  of zevenjarige Aisja. Na vele jaren monogaam te zijn geweest waren dat twee huwelijken in één klap! Maar voorzichtigheid is hier geboden. Aisja zou zich veel later opwerpen als de voornaamste en zuiverste van Mohammeds vrouwen. Alle anderen waren al eerder getrouwd geweest – ze waren als reeds ingezaaide akkers, merkte Aisja misprijzend op. Dat maakte haar bijzonder, vond ze. Omdat zij zo zuiver was, was zij de enige geweest (buiten Mohammed) die gezien had dat de engel Gabriel de Profeet bezocht om de openbaring te brengen. En ze achtte zich ongetwijfeld uitverkoren om Mohammed een zoon te schenken (wat echter nooit gebeurde). Het is dus heel goed mogelijk dat het verhaal van de overeenkomst alleen maar door Aisja verzonnen is om aan te geven dat zij (later) écht als pure maagd in het huwelijk is getreden. (Het verhaal van Aisja, dat zij als kindmeisje met Mohammed zou zijn getrouwd, vormt al zo'n twee eeuwen een lastig gegeven, zowel binnen als buiten de islam. Normaal was het zeker niet – er is uit diezelfde tijd geen vergelijkbaar kindhuwelijk overgeleverd.)


Er wordt wel gezegd dat het huwelijk met Aisja (wanneer dan ook overeengekomen of geconsumeerd), bedoeld was ter versterking van de band tussen Mohammed en haar vader Aboe Bakr. Dat is niet uitgesloten. Later zou Mohammed ook nog trouwen met Hafsa, de dochter van een andere vriend, Oemar. Op die manier veranderde hij een losse 'broederschap’ om hem heen in een soort familie, een nieuwe clan. In dat licht is het beruchte verhaal over het huwelijk met Zaynab interessant.

Zaynab was een nicht van Mohammed, en zij was door Mohammed geschonken aan een andere trouwe vriend, zijn geadopteerde zoon Zayd (dat was een ex-slaaf aan wie Mohammed zijn vrijheid had teruggegeven). Maar de vriendschap liep stuk. Volgens de traditie gebeurde er iets heel anders. Op een dag zag Mohammed Zaynab per ongeluk niet geheel (of geheel niet) gekleed, waarop hij op het idee kwam dat hij met haar moest trouwen. Zayd stond zijn vrouw daarop vrijwillig af. En God zou de Profeet in soera 33 toestemming hebben gegeven om haar te trouwen. Een aardig verhaal, maar wie de soera nauwkeurig leest, ontdekt dat er wel degelijk sprake was van een fel conflict tussen vader en (geadopteerde) zoon, en dat Mohammed niet alleen Zayds vrouw opeiste maar hem ook verstootte (hij mocht zich vanaf dat moment geen 'zoon van Mohammed’ meer noemen) uit de familieclan.

Een voorname bron van vrouwen, voor zowel Mohammed als zijn strijders, waren krijgsgevangen vrouwen. Een beroemd geval is Safiyya, die gevangengenomen werd na de val van de stad Khaibar. (De verovering van deze, volgens de traditie Joodse stad, was voor Mohammed een strategische doorbraak; kort daarna kreeg hij toestemming om met zijn mannen Mekka te bezoeken.) Volgens de traditie wilde eerst een ander met haar ervandoor gaan, maar Mohammed pikte haar in. Safiyya zou zich ter plekke bekeerd hebben, en Mohammed bracht de nacht met haar door. De traditionele plichtplegingen, zoals een verlovingsperiode van enige maanden, waren in zo'n geval uiteraard niet van toepassing. Opvallend is ook dat de traditie vermeld dat ze getrouwd was. In zo'n geval was het verstandig om enige maanden te wachten met het consumeren van de verbintenis, om zeker te weten dat de vrouw in kwestie niet zwanger was van haar ex-echtgenoot (die om het leven was gebracht). Maar daar heeft Mohammed blijkbaar niet op willen wachten. (Voor wie van dat soort speculaties houdt: wellicht heeft Aisja dat huwelijk van Safiyya verzonnen en rondverteld, om duidelijk te maken dat ook deze vrouw reeds 'ingezaaid’ was.

Aisja was vreselijk jaloers op Safiyya. Dat was ze ook op het nichtje Zaynab, omdat God Zaynabs huwelijk met de Profeet zowaar met een openbaring had goedgekeurd. Ee opmerkelijke eer, uiteraard, die voor Aisja weinig goeds zou hebben voorspeld. (Zelf vertelde ze dat Mohammed deze openbaring zou hebben ontvangen terwijl hij in haar bed lag!) Het door Aisja vertelde, beroemde 'Verhaal van de leugen’ (een romantisch sprookje rond een diepe crisis in de relatie tussen Aisja en Mohammed – voor details, zie mijn boek) eindigt dan ook heel toepasselijk met een smeekbede van Aisja aan de Profeet om een openbaring, waarin God hun relatie zegende. En Aisja krijgt haar zin. (Als we dit verhaal, van haar afkomstig, ten miste mogen geloven – wat niet verstandig is).

Elke vrouw probeerde uiteraard te voorkomen dat Mohammed bij een andere vrouw een kind verwekte. En naarmate de jaren verstreken, en er maar geen opvolger geboren werd, moet de rivaliteit binnen de harem enorm zijn opgelopen. Ruzies werden onvermijdelijk. Volgens de traditie voelde Mohammed zich eens ernstig aangetrokken tot een slavin van Hafsa, Maria. Hafsa betrapte de twee, vertelde dat door aan Aisja, en beide vrouwen lichtten hun vaders Aboe Bakr en Oemar in. Die twee maanden de Profeet om zijn seksuele inspanningen ’ eerlijk te verdelen’ over zijn vrouwen – met andere woorden, ze vreesden dat ze, als Maria een kind zou baren, buiten de prijzen zouden vallen. Mohammed stemde daarmee in. Maar volgens de traditie liet God daarop per openbaring weten dat Mohammed best met Maria naar bed mocht, als hij dat wilde. Het zou gaan om de opening van soera 66:

'O gij profeet waarom verklaart gij verboden wat God u veroorloofd heeft in begeerte naar tevredenstelling uwer echtgenoten. God is vergevend en barmhartig. God heeft voor u ingesteld de losmaking van uw eden. God is uw verbondsheer. Hij is de Wetende, de Wijze.’

Hij mocht zijn belofte aan Aboe Bakr en Oemar dus breken. De volgende verzen zouden verwijzen naar het gekrakeel nadat Mohammed met Maria was betrapt:

'En toen de profeet aan één van zijn echtgenoten een bericht toevertrouwde, en toen zij het daarop vertelde en God hem dit openbaar maakte, gaf hij bekendheid aan een deel ervan en ging voorbij aan een ander deel. Toen hij haar dit nu verteld had zei zij: Wie heeft u hiervan kond gedaan? Hij zei: Mij heeft kond gedaan de Wetende, de Wél-onderrichte.’


Mohammed wist dankzij God dus alles al. De daaropvolgende passage laat wel duidelijk doorklinken dat God (Mohammed) het eeuwige geruzie binnen de haren soms spuugzat was:

'Indien gij beiden u berouwvol keert tot God, dan was dat slechts [zullen we de hele zaak maar beschouwen als] een afwijking van uw harten. Maar indien gij elkander opstookt tegen hem [Mohammed] dan is God zijn verbondheer en ook Gabriël en de zaligen der gelovigen en de engelen zijn daarenboven hulpbereid. Mogelijk dat zijn Heer indien hij u verstoot hem echtgenotes beter dan gij in de plaats zal geven: overgegevene, gelovige, in ootmoed staande, berouwvol inkerende, dienende, vastend rondgaande echtgenotes, voorheen gehuwde en maagdelijke.’

(66:1-5)


Kortom, als het gekonkel niet ophield, mocht Mohammed leden van zijn harem verstoten.

Het moge duidelijk zijn dat het verhaal van Hafsa en Aisja waarschijnlijk ook niet meer is dan een interpretatie van deze verzen, waarin niemand van de betrokkenen met name wordt genoemd. Maar ook al is soera 66 er naderhand bijgesleept, het verhaal van de knallende ruzie kan daarmee nog steeds een historische kern bezitten. En de verzen zélf geven op hun beurt overduidelijk aan dat Mohammed de Profeet, rechter en stamleider, ook heel wat tijd kwijt was aan het gekonkel en geschreeuw in zijn harem.

Marcel HulspasComment